3 geslachten (top)

VoxClamantis.nl

Home - Funny stories - Religion - Politics - Science - Sex - Life - Pictures - Cartoons - Links - Contact

sitemap


 

 

English version: 3 sexes
 
14

'Welnu Eryximachus,' zei Aristophanes, 'ik ben van plan met mijn rede een andere weg in te slaan dan gij en Pausanias hebt gedaan. Het komt mij namelijk voor, dat de mensen de macht van Eros volstrekt niet hebben bemerkt; want als zij die bemerkten, zouden zij de grootste tempels en altaren voor hem oprichten en hem de grootste offers brengen, heel anders dan nu, nu er niets van dien aard voor hem gebeurt, hoe noodzakelijk dat ook moge zijn. Want hij is van de goden de meest menslievende, omdat hij een helper is van de mensen en een geneesheer van die kwalen waarvan de genezing het grootste geluk kan brengen aan het mensdom. Ik zal dus trachten u in te wijden in zijn macht en gij zult dit weer aan anderen leren. 

Eerst moet gij op de hoogte worden gebracht van de menselijke natuur en de lotgevallen daarvan. Want oudtijds was onze natuur niet dezelfde als nu, maar anders. Eerst immers waren er drie geslachten van mensen, niet twee zoals nu: mannelijk en vrouwelijk. Er was nog een derde bij, dat aan beide andere deel had; de naam is nog over, zelf is het verdwenen. 

Want toen bestond het man­vrouwelijke geslacht, in gedaante en in naam samengesteld uit de twee andere, het mannelijke en het vrouwelijke. Nu is alleen de naam over als scheldnaam. 

Verder was ieder menselijk wezen geheel rond met rondom rug en zijden. Hij had vier armen en evenveel benen, twee geheel gelijke gezichten op een ronde hals en op de tegenover elkaar staande gezichten één schedel. Hij had vier oren en twee schaamdelen en al het overige, zoals men dat hieruit kan afleiden. Hij liep ook rechtop zoals wij nu, vooruit en achteruit zoals hij wilde, en wanneer hij begon hard te lopen, zette hij zich af op de acht ledematen die hij toen had en draaide hij snel in het rond, zoals buitelaars hun benen in de lucht gooien en rond buitelen. 

De reden, waarom er drie zulke geslachten waren, was dat het mannelijke oorspronkelijk afstamde van de zon, het vrouwelijke van de aarde en het derde, dat aan beide deel had, van de maan, omdat ook de maan aan zon en aarde deelheeft. Zij waren rond, zij zelf èn hun gang, omdat zij gelijk waren aan hun ouders. Zij hadden een vreeswekkende kracht en sterkte en een trotse geest en zij vielen de goden aan; wat Homerus vertelt over Ephialtes en Otus wordt ook van hen verhaald, dat zij de hemel trachtten te beklimmen om de goden te bestormen.

15

Zeus nu en de andere goden overlegden wat zij moesten doen en wisten geen raad. Zij konden er niet toe besluiten hen te doden en hun geslacht evenals de Giganten door de bliksem te vernietigen - want dan gingen voor hen ook de eerbewijzen en offers van de mensen verloren ­ maar ze konden ook hun opstandigheid niet toelaten.

Na veel hoofdbreken zei Zeus: "Ik verbeeld mij een middel te weten, dat de mensen kunnen voortbestaan en er toch een eind komt aan hun opstandigheid, wanneer zij namelijk zwakker worden gemaakt. Voorlopig zal ik hen één voor één in tweeën snijden. Dan zullen zij niet alleen zwakker zijn, maar ook nuttiger voor ons wegens hun groter aantal. Zij zullen rechtop lopen op twee benen. Als zij opnieuw opstandig mochten worden en zich niet rustig willen houden, zal ik - zo zei hij - hen wederom in tweeën snijden, zodat zij op één been zullen voortgaan als zaklopers."

Na deze woorden sneed hij de mensen in tweeën, zoals men morellen doorsnijdt om ze in te maken of eieren met een haar. Zodra hij iemand had doorgesneden, beval hij Apollo het gezicht en de halve hals naar de snede toe om te draaien, opdat de mens met de snede voortdurend voor ogen ootmoediger zou zijn en hij gelastte hem de wonden te helen. 

Apollo draaide het gezicht om en trok de huid van alle kanten samen naar dat wat nu de buik wordt genoemd, als een koordenbeurs; hij liet één opening en bond die af in het midden van de buik, de zogenaamde navel. De overige plooien maakte hij grotendeels glad, hij welfde de borst met zulk een werktuig als de schoenmakers gebruiken, als zij de plooien van het leer glad maken om de leest. Enkele liet hij over, de plooien om de buik zelf en de navel als een her­innering aan wat eens met hen was gebeurd.

Toen nu hun oorspronkelijk lichaam in tweeën was gesneden ging ieder vol verlangen op zoek naar zijn eigen helft. Zij sloegen de armen om elkander heen en in hun begeerte om zich te verenigen stierven zij in elkanders omhelzing van honger en nietsdoen, daar zij weigerden iets te doen zonder elkander. Als één van de helften stierf en de andere in leven bleef, zocht de overgebleven helft een nieuwe en omarmde die, hetzij de helft van een vroegere gehele vrouw (wat wij nu een vrouw noemen), hetzij van een man. En zo gingen zij te gronde.

Zeus kreeg medelijden en verzon een ander middel. Hij verplaatste hun schaamdelen naar voren. Want tot dusverre hadden zij die aan de buitenkant en zij bevruchtten en baarden niet in elkander, maar in de aarde evenals de krekels. Daarom dus verplaatste hij ze naar voren en liet door middel daarvan de voortplanting in elkander geschieden, door mannelijke in het vrouwelijke, met een tweeledige bedoeling: als een man zich paarde met een vrouw, zouden zij kinderen voortbrengen en het geslacht zou worden voortgeplant en als een man samenkwam met een man, zou het samenzijn hun althans bevrediging schenken en zouden zij daarmee ophoudend aan hun werk gaan en voor hun verdere levensbehoeften zorgen. Sinds zo lange tijd is dus de liefde voor elkander aan de mensen ingeplant en is Eros de hereniger van onze oorspronkelijke natuur en tracht hij uit twee één te maken en de menselijke natuur te genezen.

16

Zo is ieder van ons het brokstuk van een mens, omdat hij vaneengesneden is, twee uit één, zoals de schollen. Daarom zoekt ieder steeds zijn eigen wederhelft.

De mannen die een helft zijn van een geheel dat vroeger man-vrouwelijk heette, zijn minnaars van vrouwen; uit dit geslacht komen de meeste echtbrekers voort en evenzo de vrouwen, die mannen liefhebben en overspelig zijn.

De vrouwen die de helft zijn van een vrouwelijk geheel schenken niet veel aandacht aan de mannen, maar voelen zich meer aangetrokken tot vrouwen; uit dit geslacht komen de tribaden voort. 

Zij die de helft zijn van een mannelijk geheel jagen het mannelijke na en zolang zij knapen zijn beminnen zij, daar zij immers delen zijn van een mannelijk geheel, de mannen en is het hun vreugde bij mannen te liggen en hen te omhelzen. Dat zijn de besten onder de knapen en jongelingen, want zij zijn het mannelijkst van natuur. Sommigen beweren dat zij schaamteloos zijn, maar dat is een leugen. Want zij doen dat niet uit schaamteloosheid, maar uit kloekheid en moed en manhaftigheid, het gelijksoortige welkom hetend. 

Een sterk bewijs hiervoor is dat zij alleen, wanneer zij volwassen zijn geworden, als mannen zich aan de staatsdienst wijden. Wanneer zij man geworden zijn, beminnen zij knapen en schenken zij van nature geen aandacht aan huwelijk en vaderschap; zij zijn ermee tevreden ongehuwd met elkander te leven. Zo iemand heeft stellig als knaap zijn minnaar lief en als minnaar een knaap, omdat hij zich steeds aangetrokken voelt tot het verwante. 

Plato 1 29-32 

 
(top)

3 sexes (top)

Aristophanes professed to open another vein of discourse; he had a mind to praise Love in another way, unlike that either of Pausanias or Eryximachus. Mankind; he said, judging by their neglect of him, have never, as I think, at all understood the power of Love. For if they had understood him they would surely have built noble temples and altars, and offered solemn sacrifices in his honour; but this is not done, and most certainly ought to be done: since of all the gods he is the best friend of men, the helper and the healer of the ills which are the great impediment to the happiness of the race. I will try to describe his power to you, and you shall teach the rest of the world what I am teaching you.

In the first place, let me treat of the nature of man and what has happened to it; for the original human nature was not like the present, but different. The sexes were not two as they are now, but originally three in number; there was man, woman, and the union of the two, having a name corresponding to this double nature, which had once a real existence, but is now lost, and the word "Androgynous" is only preserved as a term of reproach. 

In the second place, the primeval man was round, his back and sides forming a circle; and he had four hands and four feet, one head with two faces, looking opposite ways, set on a round neck and precisely alike; also four ears, two privy members, and the remainder to correspond. He could walk upright as men now do, backwards or forwards as he pleased, and he could also roll over and over at a great pace, turning on his four hands and four feet, eight in all, like tumblers going over and over with their legs in the air; this was when he wanted to run fast. 

Now the sexes were three, and such as I have described them; because the sun, moon, and earth are three;-and the man was originally the child of the sun, the woman of the earth, and the man-woman of the moon, which is made up of sun and earth, and they were all round and moved round and round: like their parents. Terrible was their might and strength, and the thoughts of their hearts were great, and they made an attack upon the gods; of them is told the tale of Otys and Ephialtes who, as Homer says, dared to scale heaven, and would have laid hands upon the gods. Doubt reigned in the celestial councils. Should they kill them and annihilate the race with thunderbolts, as they had done the giants, then there would be an end of the sacrifices and worship which men offered to them; but, on the other hand, the gods could not suffer their insolence to be unrestrained. 
 
At last, after a good deal of reflection, Zeus discovered a way. He said: "Methinks I have a plan which will humble their pride and improve their manners; men shall continue to exist, but I will cut them in two and then they will be diminished in strength and increased in numbers; this will have the advantage of making them more profitable to us. They shall walk upright on two legs, and if they continue insolent and will not be quiet, I will split them again and they shall hop about on a single leg." He spoke and cut men in two, like a sorb-apple which is halved for pickling, or as you might divide an egg with a hair; and as he cut them one after another, he bade Apollo give the face and the half of the neck a turn in order that the man might contemplate the section of himself: he would thus learn a lesson of humility. 
 
Apollo was also bidden to heal their wounds and compose their forms. So he gave a turn to the face and pulled the skin from the sides all over that which in our language is called the belly, like the purses which draw in, and he made one mouth at the centre, which he fastened in a knot (the same which is called the navel); he also moulded the breast and took out most of the wrinkles, much as a shoemaker might smooth leather upon a last; he left a few, however, in the region of the belly and navel, as a memorial of the primeval state. 
 
After the division the two parts of man, each desiring his other half, came together, and throwing their arms about one another, entwined in mutual embraces, longing to grow into one, they were on the point of dying from hunger and self-neglect, because they did not like to do anything apart; and when one of the halves died and the other survived, the survivor sought another mate, man or woman as we call them, being the sections of entire men or women, and clung to that. 
 
They were being destroyed, when Zeus in pity of them invented a new plan: he turned the parts of generation round to the front, for this had not been always their position and they sowed the seed no longer as hitherto like grasshoppers in the ground, but in one another; and after the transposition the male generated in the female in order that by the mutual embraces of man and woman they might breed, and the race might continue; or if man came to man they might be satisfied, and rest, and go their ways to the business of life: so ancient is the desire of one another which is implanted in us, reuniting our original nature, making one of two, and healing the state of man. 

Each of us when separated, having one side only, like a flat fish, is but the indenture of a man, and he is always looking for his other half. Men who are a section of that double nature which was once called Androgynous are lovers of women; adulterers are generally of this breed, and also adulterous women who lust after men: the women who are a section of the woman do not care for men, but have female attachments; the female companions are of this sort. 
 
But they who are a section of the male follow the male, and while they are young, being slices of the original man, they hang about men and embrace them, and they are themselves the best of boys and youths, because they have the most manly nature. 
Some indeed assert that they are shameless, but this is not true; for they do not act thus from any want of shame, but because they are valiant and manly, and have a manly countenance, and they embrace that which is like them. 
 
And these when they grow up become our statesmen, and these only, which is a great proof of the truth of what I am saving. When they reach manhood they are loves of youth, and are not naturally inclined to marry or beget children,-if at all, they do so only in obedience to the law; but they are satisfied if they may be allowed to live with one another unwedded; and such a nature is prone to love and ready to return love, always embracing that which is akin to him. 

http://classics.mit.edu/Plato/symposium.html      (top)

 


Update: 31 March 2007   -   Comments: info@voxclamantis.nl   -   Copyright 2007-2013: voxclamantis.nl