Waarom de paus antisemiet moet zijn (top)

VoxClamantis.nl

Home - Funny stories - Religion - Politics - Science - Sex - Life - Pictures - Cartoons - Links - Contact

sitemap


Wie zondagavond de film Shoah heeft gezien herinnert zich waarschijnlijk als het meest schrijnende beeld de goedgeklede kerkgangers die op economische en religieuze gronden lieten blijken dat de joden zelf schuld droegen aan de vernietiging in de kampen. 
 
Veel Nederlandse katholieken hebben zich daar scherp van gedistantieerd. Zij hebben ongelijk. Kardinaal Willebrands had wel gelijk toen hij, na het tweede Vaticaanse Concilie, zei dat de tijd voor de katholieke kerk nog niet rijp was om de joden vergiffenis te vragen voor de vervolgingen door de eeuwen heen. Deze schuldbekentenis zou de wortels van het rooms-katholicisme aantasten.
  
Het katholicisme is ontstaan uit en ontleent zijn bestaansrecht aan een strijd op leven en dood (met meer dood dan leven) met het jodendom. Het christendom was in zijn oorsprong een joodse aangelegenheid. Het kwam niet uit de hemel vallen zoals men lang heeft geloofd. Het optreden van Jezus van Nazareth was in zijn tijd minder uniek dan de machthebbers, die zich op zijn leer beroepen, ons willen doen geloven. 
 
Na de ontdekking van de rollen van de Dode Zee weten we dat de monnikengemeenschap daar riten en geloofsprincipes onderhielden die veel lijken op die van Jezus. Jezus, moet sterk onder de invloed van deze secte, die Flavius Josephus Esseners noemt, hebben gestaan. 
Het was een roerige tijd in het toenmalige Palestina. Het land werd door de Romeinen overheerst en de joden maakten het hun moeilijk. 
 
De Romeinen konden geen nieuw opgestane Messias dulden, die, volgens de overlevering, ook een nieuw opgestane Koning David zou moeten zijn. Een religieuze verlosser zouden ze misschien kunnen aanvaarden, een wereldlijk vorst zeker niet en daarom werd Jezus om zuiver politieke redenen, gekruisigd. 
 
Maar de Romeinen hadden evenwel niet alleen om politieke redenen weinig met de joden op. In Nero's tijd (ongeveer het jaar 60) bleken veel Romeinse heidenen toegankelijk te zijn voor het ethisch hogerstaande ééngodendom van de joden. En de joden waren zelf ijverig in de weer om bekeerlingen aan te trekken. 
 
Ook aan het hof in Rome was de joodse invloed groot. Nero, die nog geen onderscheid tussen joden en christenen kon maken, maakte van de brand van Rome gebruik om een groot aantal van zijn religieuze tegenstanders te laten hangen, branden of kruisigen. Zonder die aantrekkelijkheid van het jodendom zou de grote groei van het christendom in de Romeinse wereld onmogelijk zijn geweest. 
 
De eerste christenen waren joden. Heidenen mochten zich wel aansluiten, maar ze moesten zich tot de joodse riten bekeren. Twee daarvan werden met grote weerstand aanvaard: de besnijdenis en de spijswetten. Vooral de besnijdenis werd door niet-joden als een seksuele verminking beschouwd; als een offer van de mannelijkheid, een soort castratie. Dat was het ook. In volkenkundig opzicht is de besnijdenis een plaatsvervangend offer van de eerstgeboren zoon. In plaats van het hele kind krijgt de godheid er een klein deel van. 
 
Toen de grote catastrofe van het jaar 70 kwam en Jeruzalem werd verwoest, toen de joden geen thuisland en geen tempel meer hadden, werd het christendom een aangelegenheid van de Helleense heidenen. In die tijd en later werden de evangeliën pas geschreven. Toen was Rome niet meer de vijand van het christendom maar de joden, die nog steeds weigerden Jezus als de Messias te aanvaarden. Dat konden ze ook niet. Een Messias kon niet de smadelijkste dood sterven die joden kenden, de dood aan een schandhout (Deut. 21 :23). 
 
Maar Jezus was niet echt gestorven. Hij was na de derde dag uit de doden opgestaan. Dat is een kwestie van geloof. Het meest waarschijnlijke is dat de Romeinen relletjes vreesden bij het graf waarin Jezus was gelegd en dat ze het lijk er weghaalden. Dat liep anders uit. Vrouwen hadden hem levend gezien. 
Voor een psycholoog is dat niet zo'n wonderlijke gebeurtenis, maar voor de wereldgeschiedenis heeft dat visioen ontzaglijke gevolgen gehad. De jonge, communistisch georiënteerde gemeente van joodse Jezusaanhangers kon blijven bestaan. Spoedig zou Jezus weer verschijnen en het Godsrijk op aarde vestigen. 

Paulus 
Een paar jaar na de dood van Jezus kwam Paulus op het toneel. Hij begreep al spoedig dat hij met besnijdenis en spijswetten niet veel verder kon komen bij de Hellenistische heidenen. Daarom schafte hij deze geboden voor niet-joden af. Paulus is de stichter van het huidige christendom. Christenen zijn geen aanhangers van Jezus maar van de leer die Paulus van het Jezusdom heeft gemaakt. 
 
Paulus was een van de gecompliceerdste figuren uit de wereldgeschiedenis. Hij was een opportunist (Hand. 21 :23), een groot redenaar, een valse en kwaadaardige vijand voor zijn tegenstanders (I Cor. 6: 10), hij heeft zich vaak tegen de aanklacht van verduisteringen uit de gemeenschappelijke kas moeten verweren (II Cor. 3:20) en hij was ook de maker van een van de mooiste liefdesgedichten die ik ken (
I Cor. 13: 1-13). 
 
Paulus maakte van het Jezusjodendom een heidens veelgodendom. Dat begon met verheffing van Jezus als godheid, iets wat voor vrome joden een gruwel was. Hij werd door de leiders van de gemeente in Jeruzalem niet aanvaard. Hij ging zo ver met zijn ketterij dat hij in Jeruzalem ter verantwoording werd geroepen, op het zogenaamde apostelconvent. Er werd afgesproken dat Paulus aan de heidenen de nieuwe leer mocht brengen en dat hij daarbij lankmoedig ten opzichte van de wet mocht zijn maar dat hij de bekering onder de joden aan de echte joden, zoals Jakobus, de broer van Jezus, moest overlaten. 
 
Verder werd bepaald dat Paulus alleen mocht werken in die gemeenten die hij zelf gesticht had. Daarbij treedt Petrus op als een wankelmoedige figuur. Hij behoorde niet tot de rechtzinnigen maar hij wou ook de leider Jakobus niet afvallen. Tenslotte komt het in Antiochië tussen Petrus en Paulus tot een grote ruzie over de wet en de besnijdenis. Paulus verliest dat gevecht. De judaïserende gemeenten zullen de vijand van Paulus blijven. Ze zullen hem ook niet als apostel erkennen omdat hij de levende Jezus niet heeft gekend. 
 
Daar vindt Paulus wat op. Hij verheft een wat vage, moeilijk definieerbare Heilige Geest tot het voornaamste middel van zijn rechtvaardiging. De Heilige Geest heeft hem, op de weg naar Damascus, tot apostel uitgeroepen. Sinds die tijd is de Heilige Geest in het Christendom als een godheid bewaard gebleven, al is het nog steeds moeilijk een buitenstaander te verklaren wat er precies mee wordt bedoeld. 
 
Het is duidelijk dat door het Paulinisme het christendom een veelgodendom is geworden. De Katholieke theologen kunnen hoog en laag beweren wat ze willen maar in het niet-protestantse christendom is de oude godenfamilie hersteld: Vader, Moeder en Zoon worden als goden aanbeden, waarbij ik de vele heiligen nog buiten beschouwing wil laten.
 
Overigens is Maria als godin geen uitvinding van Paulus. Hij noemt haar in zijn brieven niet, behalve in één passage, waarin hij haar goddelijkheid juist uitdrukkelijk ontkent. (Gal. 4:4). Pas op het concilie van Efeze in het jaar 431 werd Maria officieel tot godin verklaard. 
 
Door Paulus is het christendom voor de heidenen aanvaardbaar geworden. In het begin van zijn optreden ging Paulus eerst in de synagogen prediken. Daar werd hij slecht ontvangen. Jezus kon volgens de joden niet de Messias zijn omdat zijn aanhangers vergeefs op zijn terugkeer wachtten. Ze wachten trouwens nog steeds. 
 
Paulus, kwaadaardig en wraakzuchtig als hij was, nam bloedig wraak. In Corinthe vervloekte hij zijn voormalige geloofsgenoten. "Uw bloed zij op uw hoofd. Ik ben er rein van. Voortaan zal ik me tot de heidenen wenden." (Hand. 18:6). Die woorden hebben verschrikkelijke gevolgen gehad.
  
Paulus zette in zijn laatste jaren zijn prediking in Rome voort. De Romeinen hadden in het begin weinig daarmee op, maar de voor heidenen aanvaardbaar gemaakte joodse godsdienst won steeds meer aanhangers. Tussen Rome en het christendom moest een compromis worden bereikt. 
 
Het begon daarmee dat niet de Romeinen voor de dood van Jezus werden verantwoordelijk gesteld, maar de joden zelf en met alleen de kleine groep van corrupte priesters, maar het hele volk en niet het volk van die dagen maar tot in alle eeuwigheid. 
 
Door het werk van Paulus werd voor het jonge christendom het anti-semitisme noodzakelijk. De Joden waren de grootste concurrenten. Ze hadden de oudste rechten, ze hadden hun God als oppergod voor de bekeerde heidenen ingebracht en ze hadden sinds het optreden van Jesaja (1:10) een hoogstaande religieuze ethiek ontwikkeld die voor heidense buitenstaanders buitengewoon aantrekkelijk was. 
 
Maar de tot God verheven Verlosser was een wetsgetrouwe jood geweest, het verlosserdom zelf was van de joden overgenomen en de God van de joden, die noodzakelijkerwijs toch ook de God van de christenen moest zijn, had de joden als zijn uitverkoren volk aangesteld. 
 
Door de sterke mondelinge overlevering kon het aandeel van de joden in de nieuwe godsdienst moeilijk helemaal worden weggewerkt. Pas 2000 jaar later is dat geprobeerd toen nazi-geleerden bewezen dat Jezus een ariër moest zijn geweest. Het enige dat de nieuwe kerkleiders te doen stond was de mondelinge overlevering dusdanig in schrift vast te leggen dat de joden er op het ongunstigst uitkwamen. 
 
Het verst is daarin Johannes gegaan, wiens evangelie het laatst (waarschijnlijk omstreeks het jaar 100) tot stand is gekomen en waarin de hellenistische beginselen het verst zijn ontwikkeld. Daarin wordt Jezus zelfs met de Griekse logos gelijkgesteld, het godsbegrip dat bij Heraklites de scheppende wereldgedachte weergeeft. 
 
Een duidelijk bewijs van dergelijke, voor de joden ongunstige, vervalsingen bevat het verhaal over de landvoogd Pontius Pilatus. Er zijn nog heel veel andere absurditeiten en onmogelijkheden in het passieverhaal aan te voeren, waarin duidelijk wordt dat de schuld van de Romeinse overheersers, die voor een kruisiging meer of minder niet uit de weg gingen, naar de Joden wordt verschoven. 
 
Pilatus was een van de wreedste boeven uit een groot aantal hardhandige Romeinse landvoogden en opperbevelhebbers. Hij wordt in alle bronnen geschilderd als een wreed en corrupt mens. Hij had weinig op met de Joden en hun godsdienstige gewoonten. Hij ontwijdde de tempel met afbeeldingen van de keizer. Hij kruisigde duizenden opstandelingen. Hij stal de heilige tempelschatten voor een waterleiding die hij wou bouwen. En hij maakte het zo bont dat hij door keizer Tiberius naar Vienne in Frankrijk werd verbannen waar hij waarschijnlijk zelfmoord heeft gepleegd (Eusebius 11:7). 
 
Een dergelijk mens heeft enorm medelijden met de arme Jezus, in die mate zelfs dat hij zich van schuld vrijpleiten wil, in het openbaar zijn handen wast en zegt dat hij onschuldig is aan zijn bloed. Een dergelijke schuldbekentenis lijkt bij een boef als Pilatus op zichzelf al onwaarschijnlijk, maar het wordt nog vreemder als we beseffen dat deze vrijwassing een joodse gewoonte was die in de (joodse) psalm 26 vers 6 wordt aangehaald. Daarin staat geschreven: "Ik was mijn handen in onschuld en houd mij vast aan het altaar van God." 
 
Gekker kan het niet. Een wrede, anti-semitische Romeinse landvoogd die voor één van de moorden onder duizenden die hij begaan heeft zijn onschuld op Joodse manier betuigt en daarbij een psalmvers aanhaalt. Het is duidelijk. De schuld moest bij de joden worden gelegd, de Romeinen moesten worden schoongewassen. 
 
Zo was de weg vrij om niet alleen de joden uit de tijd van Jezus maar ook alle joden daarna schuldig te verklaren met een vrijbrief voor uitroeiing wegens de magische misdaad van godsmoord. De katholieke kerk heeft deze lijn altijd gevolgd omdat het anti-semitisme in de theologische grondslagen van Rome noodzakelijk is. Zonder dat zou het Paulinistische katholicisme geen bestaansrecht hebben. 
 
Zolang de (Poolse) Paus niet erkent dat hij jood moet worden zal hij anti-semiet moeten blijven. 

drs. Manuel van Loggem
De auteur is toneelschrijver en psycholoog. Hij schreef biografieën over de apostel Paulus en de profeet Mozes. NRC 11-1-1986
 

(top)

 


Update: 9 April 2007   -   Comments: info@voxclamantis.nl   -   Copyright 2007-2013: voxclamantis.nl