|
Moreel graaien: verdiensten naar je toe
harken ten
koste van anderen.
Elke dag een veroordeling van 't homohuwelijk, elke dag een klap in mijn gezicht.
Ik wil een begrip introduceren. Het helpt natuurlijk niet als ik dat er meteen bij zeg, omdat je begrippen nooit
zomaar openlijk aan het sociale bewustzijn kunt opdringen. Daarvoor heb je op zijn minst gespecialiseerde psychotechnieken nodig. Sluikreclame. Massamanagement. Verborgen boodschappen achter de woorden.
Laat ik ter afleiding dus eerst maar een anekdote vertellen die behoort tot mijn standaardrepertoire van anekdotes. Het is zelfs zo dat ik diezelfde anekdote hier al eens eerder kort heb vermeld, al school er toen een andere boodschap in dan nu.
Laatst las ik dat André Rouvoet als jonge man zijn Queen albums heeft weggedaan: nadat
hij ze achterstevoren had gedraaid, beviel de nieuwe boodschap hem niet. Dat kan gebeuren. Laat ik de anekdote dus maar weer veilig van voor naar achter vertellen, dan houd ik de boodschap ervan zelf in de hand.
De kwestie is, en dat moet ik misschien eerst nog kwijt, dat ik deze week in donderstemming ben, wat weer te maken heeft met mijn snelle vatbaarheid voor belediging. Ik heb nu eenmaal het temperament van een jongeman van mediterrane afkomst: mijn eergevoel is snel geraakt en als ik me beledigd voel, is dat ook niet zo snel weer over. Maar omdat ik vind dat je persoonlijke emoties niet moet afreageren in de krant, heb ik besloten eerst die lieve en tere anekdote te vertellen, dan ben ik daarna misschien gekalmeerd. En kan ik daarna mijn begrip introduceren.
Het gebeurde heel lang geleden. Ik was heel jong en logeerde zo nu en dan in het mediterrane gebied bij twee oude zusters, die in een benijdenswaardig mooi huis woonden met één echtgenoot en twee kleindochters. Aan het eind van de zomer was het stil, het huis was leeg, want de kleindochters waren op reis.
Een van de meisjes kende ik wel, ik had haar gesproken aan het begin van de zomer, maar nu ik weken later
terugkwam, was ze voor een half jaar vertrokken naar het buitenland.
De twee zusters waren Roemeens, hoogbejaard en hoogopgeleid, en ze spraken Duits. Zeldzaam verstandige mensen waren het, die het leven van hun studerende kleindochters op de voet volgden.
Dus toen ik het eind van die zomer arriveerde, vroeg ik uitgebreid naar hun wederwaardigheden, en de zusters namen me mee naar de keuken, waar een monumentale hoeveelheid kattenvoer op het aanrecht stond opgestapeld.
Volgens voorzichtige schatting 180 blikjes kattenvoer. De jongste kleindochter had ze daar neergezet en de zusters op het hart gedrukt goed te zorgen voor de poes die ze moest achterlaten; bij haar vertrek was ze in tranen uitgebarsten en had uitgeroepen:
‘lch kann niemals einen Mann so sehr liebhaben wie die
Katze.’
‘Nou?’, zeiden de zusters, toen we even later thee zaten te drinken, met uitzicht op de blikjes.
‘Wat vind je
ervan?’ Ze grijnsden een beetje en schudden hun hoofd en ik zag dat ze tegelijk ook ongerust waren.
‘lch kann niemals einen Mann so sehr liebhaben wie die Katze!’
Tja, wat dacht ik ervan? Ik dacht vooral dat het een erg vriendelijke en subtiele manier was geweest van de kleindochter om de zusters te vertellen dat ze nooit zou gaan trouwen. Niet met een man, en omdat in dat mediterrane gebied een huwelijk met een vrouw er niet inzat, helemaal niet. Als de twee zusters maar goed naar die stapel blikjes keken, zouden ze begrijpen waarom.
‘lch kann niemals einen Mann so sehr liebhaben wie die Katze.’
Maar het voelde als verraad als ik nu aan de zusters zou laten doorschemeren wat de lesbische kleindochter zelf nog niet had willen vertellen, dus keek ik met bewondering naar de blikjes en zweeg.
Hoe ouder ik word, hoe mooier ik dit verhaal begin te vinden. Volgens mij word ik so wie so ouder en sentimenteler, met grotere vatbaarheid voor de afzonderlijke levensgeschiedenissen, de details van persoonlijke worstelingen, de blikjes kattenvoer.
En nu dan tegenover deze minieme details steeds vaker weer de ongenuanceerde grofheid van wereldlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders die met één graai het morele gelijk naar hun kant halen: iedere dag lees ik in de krant een veroordeling van homoseksualiteit of homohuwelijk en iedere dag treft me dat harder, als een klap recht in mijn gezicht.
Moreel graaien. Dat is het begrip dat ik wil introduceren. Moreel graaien betekent dat je morele verdiensten naar je toe harkt ten koste van anderen zonder eigen inspanning, zonder eigen talent of deugdzaamheid. Er met de winst vandoor gaan en anderen de dupe laten worden. Morele bonussen opstrijken zonder dat je er prestaties voor hebt geleverd. Gouden handdrukken aanvaarden zonder dat je er ooit iets voor hebt hoeven doen.
Dat is wat de buitenlandse bisschoppen doen, de ingevlogen imams, de vaderlandse politici met hun stralende christelijkheid: moreel graaien.
In het financiële graaien heb ik me vergist, ik dacht dat het vanzelf over zou gaan als mensen er op werden aangesproken, maar het wordt alleen maar erger.
In het morele graaien heb ik me ook vergist, ik dacht dat mensen vanzelf zouden inzien dat moraal niet is bedoeld als een stok om anderen mee te slaan, maar als een set van voorschriften en leefregels voor jezelf. Ook hier heb ik me vergist.
Vanuit de christelijke politiek horen we geen plannen om in navolging van Christus alle deugden op te poetsen en opnieuw in praktijk te brengen. Geen opwinding over corruptie, crypto-corruptie, cynisme, vermarkting. Nee. Alleen dagelijks gezeur over homoseksualiteit.
Het is moreel graaien: je haalt morele superioriteit naar je toe, niet door je eigen verdiensten, maar door anderen een huwelijk te ontzeggen. Geen inspanning, wel winst. Ik begrijp steeds minder dat niemand zich schaamt voor die morele gemakzucht. En dat is wat me langzamerhand zo vreselijk kwaad, beledigd en ongelukkig maakt: de ongereflecteerde schaamteloosheid ervan.
Het morele graaien. (top)
Marjolijn Februari VK
14-4-2007
Alleen maar ... sex
ChristenUnie schoolvoorbeeld
banalisering samenleving
[…] Je zou inderdaad somber kunnen worden van de uitspraak van emeritus hoogleraar A.Th. van Deursen in diezelfde NRC. Van Deursen, 'gezaghebbend christelijk opinieleider', had zich in februari verheugd getoond dat ambtenaren kunnen weigeren een huwelijk tussen vrouwen of mannen te sluiten. “Daarmee zou dan een einde komen aan de beschamende toestand die we in veel gemeenten kennen, dat godsdienst ondergeschikt wordt gemaakt aan seks.”
Je zou er treurig van kunnen worden, een gezaghebbend christelijk opinieleider die bij het huwelijk
alleen maar aan seks
denkt. Die kennelijk bij regeringsdeelname alleen maar aan seks denkt.
Je zou er treurig van kunnen worden dat veel van zijn partijgenoten het met hem eens zijn, en je zou er treurig van kunnen worden dat de ChristenUnie daarmee een schoolvoorbeeld is van de banalisering van de samenleving - in plaats van een dam op te werpen tegen die banalisering. […]
Marjolijn Februari VK 28-4-2007
|